Caribische lamantijn (Trichechus manatus)
De Caribische lamantijn, die ook wel Amerikaanse of Florida-manati heet, is niet de meest elegante waterbewoner. Toch vertelden zeelieden vroeger verhalen over zeemeerminnen die met hen in verband werden gebracht. De jacht op de lamantijnen om zijn vlees en huid dateert uit de achttiende eeuw. Op grond van hun enorme lust in het eten van waterplanten wordt de lamantijn tegenwoordig in bepaalde delen van de wereld ingezet in gebieden waar het water dreigt te verstikken door oeverbegroeiing van deze planten.
- Orde: Zeekoeien
- Familie: Lamantijnen / Manati’s
- Geslacht & soort: Trichechus manatus
- Categorie: Zoogdieren
Waar leeft de Caribische lamantijn?
Lamantijnen leven in de tropische en subtropische wateren in het zuidoosten van de V.S. tot in Texas en het Caribische gebied. Ook aan de kusten van noordelijk Zuid-Amerika. Door de World Conservation Union ( Wereldorganisatie voor soortbescherming) is de manati als bedreigd dier aangemerkt. De lamantijn is wettelijk bescherm door de meeste landen van zijn verspreidingsgebied.
Leefwijze
De lamantijn heeft een voorkeur voor ondiepe wateren van zeebochten, lagunen, traag stromende rivieren en mondingsgebieden. Hij voelt zich het best bij een watertemperatuur van meer dan 20 graden Celsius. In de winter trekt hij daarom vaak naar warmere streken. De Amazone-manati leeft alleen in zoet water, de andere twee soorten voelen zich zowel in zoet als zout water thuis. Hoewel lamantijnen in de regel alleen of in kleine groepjes leven, komt het in de koude periode in tropische wateren weleens voor dat ze zich tot grotere groepen verzamelen, bijvoorbeeld in de buurt van de afwatering van energiecentrales waar warm water de rivier in stroomt. Vroeg in de koude ochtendlucht ziet men ze rechtop in het water hangen, waarbij vaak niet meer dan hun snuiten uit het water komen. Als het warmer wordt komen ze met hun lichamen steeds dichter naar de oppervlakte.
Manati snuit
Lamantijnen drukken hun snuiten weleens tegen elkaar aan alsof ze elkaar kussen. Men neemt aan dat dit een vorm van begroeting is. Aangezien lamantijnen zoogdieren zijn, moeten ze regelmatig naar de oppervlakte komen om te ademen. Lamantijnen kunnen vijftien minuten zonder adem te halen onder water blijven, maar meestal duiken ze om de 5 tot 10 minuten op. Buiten het water kunnen lamantijnen niet overleven.
- Gedrag: in de regel solitair, soms in kleine groepen.
- Voedsel: waterplanten.
- Levensverwachting: 30 tot 60 jaar.
Wat eet een lamantijn?
Lamantijnen voeden zich met waterplanten. Overdag eten ze terwijl ze steeds korte pauzes inlassen. Met hun handige voorste ledematen en met hun grote, beweeglijke ‘dubbele’ bovenlip brengen ze de waterplanten naar hun bek. Hoewel lamantijnen hun voedsel ‘schudden’ om het meeste zand eraf te halen, zijn de zeegrassoorten die een manati meestal eet en het zand dat toch mee naar binnen gaat, verantwoordelijk voor de snelle slijtage van de tanden. Achter in de mond van de lamantijn groeien weer nieuwe tanden die per maand ongeveer een centimeter naar voren schuiven en de afgesleten voortanden vervangen. Om zijn immense gewicht te behouden, heeft een manati reusachtige hoeveelheden voedsel nodig. Per dag eet hij tot vijftien procent zijn zijn eigen lichaamsgewicht. Dankzij zijn grote massa blijft hij bij het eten stabiel in het water liggen. Meestal eet hij onder water, maar het komt ook voor dat hij uit het water opduikt.
Over de voortplanting
De voortplantingssnelheid van een lamantijn is niet zo indrukwekkend. Het vrouwtje werpt maar eens in de twee jaar één kalf (heel soms twee). Om een paringsbereid vrouwtje scharen zich meestal meerdere mannetjes. Mannetjes lamantijnen wrijven met hun snuit tegen haar aan en proberen hun rivalen te verjagen. Meer dan een jaar later wordt het kalf onder water geboren, dat door de moeder direct op haar rug naar het oppervlak gebracht wordt om de eerste ademteug te kunnen nemen. Vervolgens wordt het jong tot drie jaar lang gezoogd, hoewel hij al een paar maanden na de geboorte voor het eerst planten gaat eten.
- Geslachtsrijp: met 4 tot 6 jaar.
- Paartijd: geen bepaalde tijd.
- Draagtijd: 1 jaar.
- Aantal jongen: meestal 1, een enkele keer een tweeling.
- Zoogtijd: 1 tot 3 jaar.
De Caribische lamantijn en de mens
De lamantijn heeft geen natuurlijk vijanden. De mens, die voor de uitroeiing van zijn verwanten, de Steller-zeekoeien verantwoordelijk is, heeft er ook voor gezorgd dat de lamantijn ernstig bedreigd wordt. De mens jaagde op lamantijnen om hun vlees en hun huid. Tussen 1838 en 1942 werden enige duizenden manati’s gedood. De laatste tijd wordt de lamantijn vooral door milieu vervuiling en het verlies aan leefgebied ten gevolge van indamming bedreigd. Aangezien lamantijnen nieuwsgierig en tegelijkertijd langzaam zijn, worden ze soms geraakt door scheepsschroeven van boten, en worden dan gedood of zwaar verwond. Veel hoopvoller is het project om lamantijnen in te zetten in Florida als bescherming van de waterwegen tegen over begroeiing van waterplanten.
Speciale kenmerken van lamantijnen
Voorpoten: omgevormd tot vinnen, de jongen gebruiken hun vinnen alleen om te zwemmen, de volwassen dieren vooral om te sturen en tegen de stroom in te zwemmen. De vinnen kunnen naar binnen gedraaid worden, en gebruikt worden om op de boden van de rivier of zee te ‘lopen’
Lichaam: massief lichaam dat lijkt op dat van een walvis. Vacht gereduceerd tot enkele borstels en tastharen, de taaie grijsbruine huid is 5 centimenter dik.
Kop: klein, met borstelige baardharen aan de bovenlip. Kleine ogen, geen uitwendige oren maar wel een goed gehoor. Met de lippen wordt voedsel in de mond gebracht.
Staart: wordt door volwassen dieren gebruikt om te zwemmen, maar ook om het lichaam in het water in evenwicht te houden.
De snuit van de lamantijn: Diep gespleten bovenlip, elke helft kan zelfstandig bewogen worden.
Lamantijnen weetjes
- De lamantijn dankt de naam ‘manati’ aan Spaanse kolonisten in het Caribisch gebied die het woord samenstelden uit ‘mano’ (hand) en ’tener’ (houden).
- De leden van de orde der zeekoeien, manati’s en hun verwanten, de doejongs, zijn de enige zoogdieren die zeeplanten eten. Daarom worden ze ook zeekoeien genoemd.
- Het darmkanaal van de manati is meer dan 45 meter lang.
- De snuit van een lamantijn reageert snel op aanrakingen. Hij wordt gebruikt om voedsel te zoeken en te communiceren.
- Tijdens de droge tijd, als planten niet zo weelderig groeien, kan de Amazone manati tot zes maanden lang zonder voedsel, zonder schade ervan te ondervinden.
- Bijna alle zoogdieren hebben zeven halswervels, lamantijnen maar zes.
Verwante soorten van Caribische lamantijn
De andere twee soorten zijn de Amazone manati (T. inunguis) die alleen in zoet water leeft, en de Senegalese lamantijn (T. senegalensis).