Reptielen

Amfibieën zoals kikkers, padden en salamanders behoren tot de minst ontwikkelde gewervelde dieren. Ze stammen van zeer sterk overeenkomstige wezens af die ongeveer 370 miljoen jaar geleden het land op kropen. Het woord ‘amphibium’ betekent ’tweesoortig leven’ en slaat op het feit dat deze dieren een deel van hun bestaan in het water en een deel op het land doorbrengen. Eieren worden in het water gelegd. Wanneer de jongen uit de eieren komen, hebben ze kieuwen om onder water mee te ademen. Eenmaal op het land gekomen, nemen longen de ademfunctie over. Amfibieën ademen ook dan nog altijd door de huid, wat verklaart waarom deze altijd vochtig moet zijn en aanzienlijk dunner en gladder is dan die van reptielen. Net als reptielen leggen amfibieën eieren. Bij de meeste soorten vindt echter de bevruchting buiten het lichaam plaats, waarbij eicellen en zaad samen uitgestoten worden.