Knobbelzwaan (Cygnus olor)
De knobbelzwaan ook wel zwaan genoemd werd in de 16e en 17e eeuw in Europese landen ingevoerd. Vroeger waren ze alleen in gevangenschap te zien, maar tegenwoordig leven ze bij ons vooral in het wild. Zwanen ziet men het meest op het platteland. Men vindt ze vrijwel ieder niet te klein gebied met ondiepe, open wateren zoals kanalen, spaarbekkens, moerassen of rivieren. In ieder geval hebben zwanen een grote wateroppervlaktes nodig, enerzijds voor voldoende voedsel, anderzijds omdat ze een lange ‘startbaan’ nodig hebben om weg te kunnen vliegen. Tijdens de broedtijd zoekt de knobbelzwaan een ongestoorde plek om het nest te bouwen. Soms ligt het nest vrij ver van het water waar ze zich normaal ophouden zodat ze niet gestoord worden door schepen en menselijke activiteiten.
SNEL INFORMATIE OVER KNOBBELZWAAN
Groepen
- Orde: Eendachtigen
- Familie: Zwanen
- Geslacht&soort: Cygnus olor
- Categorie: Vogels
Leefwijze van de knobbelzwaan
knobbelzwanen verdedigen hun eenmaal afgebakende territorium fanatiek: het mannetje kan daarbij zeer agressief worden. Hij neemt dan een dreigende houding aan waarbij hij zijn vleugels wijd uitspreidt, zijn kop laat zakken, en luid sissend op de indringer af gaat. Zoals alle eendachtige verliezen zwanen in de rui plotseling hun slagpennen, zodat ze niet meer kunnen vliegen. Om toch altijd hun jongen te kunnen verdedigen als het nodig is, raakt het vrouwtje in de rui zolang de jongen nog klein zijn en begint de rui bij het mannetje pas als bij het vrouwtje de belangrijkste veren weer aangegroeid zijn.
Kenmerken
- Lengte: 150 cm
- Vleugelspanwijdte: 200 cm
- Gewicht: mannetje 12-20 kg, vrouwtje rond 10 kg
Wat eten zwanen
Knobbelzwanen eten vooral overdag en voornamelijk plantaardig materiaal. Zwanen voeden zich met waterplanten en wortels die ze uit de bodem trekken. Af en toe gaan knobbelzwanen ook het land op om grassen, kruiden en zaden te eten. Af en toe eten ze kleine visjes, kikkers of insecten. In parken bestaat een aanzienlijk deel van hun dagelijkse voeding uit brood dat ze krijgen toegeworpen. Een jonge zwaan eet kleine stukjes van planten die hun ouders al verkleind hebben en ongewervelde diertjes. Knobbelzwanen strekken hun lange hals om de planten op de bodem te kunnen eten.
Over de voorplanting
Meestal in april beginnen knobbelzwanen te broeden. Net als sommige andere vogels, nestelen ze op de grond, aan de rand van het water. Het mannetje brengt het vrouwtje takjes en rietstengels waarmee ze het nest kan bouwen. Soms worden de nesten elk jaar weer gebruikt. De eieren worden met tussenpozen van 48 uur gelegd. Het vrouwtje zit het meest op het nest en begint pas te broeden wanneer ze haar laatste zwanen ei gelegd heeft. Zwanen kuikens verlaten het nest al kort nadat ze uit het ei gekomen zijn, maar blijven tot in de winter bij hun ouders. Het duurt een jaar voordat ze hun volwassen verenkleed krijgen.
- Geslachtsrijp: met 2-3 jaar
- Broedtijd zwaan: maart tot juni
- Aantal broedsels: 1
- Legsel: 5-8 groen witte eieren
- Broedduur: 36 dagen
- Nestverblijf: 3-4 maanden
Broedgebieden
In Midden-Europa en op de Britse Eilanden blijven de knobbelzwanen zelfs winters in hun broedgebied en trekken maar zelden weg. Veel van hen verlaten wel hun broedgebieden, en vormen op nabij gelegen wateren kleine zwermen. In Scandinavië ondernemen zwanen elk jaar een lange trektocht. Van hun broedplaatsen bij de inlandse meren die in de winter dichtvriezen, trekken ze elke herfst naar de kust van de Oostzee.
- Gedrag: de paartjes blijven elkaar levenslang trouw; als een van beide sterft, wordt een nieuwe partner gekozen
- Voedsel: waterplanten, algen, grassen en zaden
- Levensverwachting: kan tot 50 jaar oud worden, maar slechts een enkeling wordt ouder dan 7 jaar
Knobbelzwaan en de mens
Hoewel het zwanenbestand niet direct gevaar loopt, is het aantal zwanen wel achteruit gegaan op plaatsen waar veel gevist wordt. De loden gewichtjes die sportvissers voor hun dobbers gebruiken, geven veel lood aan het water af. Hierdoor worden de zwanen vergiftigd omdat ze het met hun voedsel binnen krijgen. In Engeland is het gebruik van lood bij het vissen onlangs verboden, wat direct tot gevolg had dat het aantal zwanen weer toenam. Een ander gevaar voor de zwanen dreigt in de lucht: Veel zwanen die in de buurt van hoogspanningsleidingen leven, lopen de kans dat ze er tegenaan vliegen. De knobbelzwanen zijn bij ons niet bedreigd en worden een plaag in bepaalde gebieden, door het grote voedselaanbod.
Waar leeft een knobbelzwaan
De knobbelzwaan leeft algemeen in Midden-Europa en op de Britse Eilanden. De zwaan komt ook voor in Noord-Europa en het oosten van Mongolië. De zwaan treft men in het wild aan en als (ingevoerd) huisdier ten westen van zijn oorspronkelijke verspreidingsgebied.
Verwante soorten
De zwarte zwaan is verwant. De wilde zwaan en kleine zwaan overwinteren in Midden-Europa